Publication type
Dataset
Access level
Open access

Display more detailsDisplay less details
Organization
Leerstoel Vergelijkende Godsdienstwetenschappen
Audience(s)
History
Key words
Joods; Antisemitisme; Tweede WereldoorlogAbstract
De geïnterviewde (Amsterdam, 1914) wordt op 18 april 1944 – samen met haar ouders en haar man (die arts is) – naar kamp Westerbork gedeporteerd. Vanwege hun verzetsactiviteiten komen ze in Westerbork in de strafbarak terecht. Later bezorgt de illegaliteit het echtpaar dooppapieren en kan deportatie worden uitgesteld. Op 4 september 1944 worden de geïnterviewde en haar man gedeporteerd naar Theresienstadt (transport XXIV/7). Daar blijven ze tot na de bevrijding door de Russen op 8 mei 1945. Een belangrijke rol in het verhaal van deze getuige speelt de geschiedenis van twee kinderen uit het zogeheten 'onbekende kinderentransport´ dat als laatste transport vanuit Westerbork is vertrokken en – via Bergen-Belsen – in november 1944 in Theresienstadt aankomt (transport XXIV/8). De geïnterviewde (die zelf twee kinderen in Nederland in de onderduik had) heeft zich het lot van een jongetje en een meisje uit dit transport aangetrokken en heeft enige tijd voor hen gezorgd.
This item appears in the following Collection(s)
- Datasets [1269]
- Faculty of Philosophy, Theology and Religious Studies [10881]