Organization:
|
Organisatie-ontwikkeling SW OZ NISCO MT Personeelsmanagement |
Former Organization:
|
FSW_IGS Institute for Gender Studies Primary and Community Care
|
Journal title:
|
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
|
Abstract:
|
DOEL: Genderverschillen vaststellen in carrièremotivatie van artsen en het effect van de werk-privé-cultuur op de werkvloer.
OPZET: Dwarsdoorsnede-vóóronderzoek.
METHODE: Met een internetenquête werden gegevens verkregen van mannelijke en vrouwelijke artsen
(n = 107; 72 vrouwen en 35 mannen) uit snijdende, niet-snijdende en generalistische specialisaties
(interne geneeskunde en huisartsgeneeskunde), over hun motivaties voor hun carrière en opvattingen
over de werk-privécultuur van hun werkomgeving. Verschillen werden geanalyseerd op basis van t-toetsen
en regressieanalysen.
RESULTATEN: Mannelijke artsen bleken carrière belangrijker te vinden voor hun identiteit, en hun carrière
meer te plannen dan vrouwelijke artsen. Mannelijke artsen waren evenzeer gericht op topposities als
hun vrouwelijke collega’s. Vrouwelijke artsen waren vasthoudender in het behalen van hun carrièredoelen
dan hun mannelijke collega’s. De werk-privécultuur van de organisatie had een positieve invloed op
de carrièremotivatie van zowel vrouwelijke als mannelijke artsen. Echter, het ondersteunen van de werkprivébalans
door de organisatie ging samen met een lagere carrière-identiteit bij mannelijke artsen.
Zowel voor mannelijke als vrouwelijke artsen leidde ondersteuning voor het behalen van carrièredoelen
en het wegnemen van carrièrebarrières tot een hogere carrière-identiteit.
CONCULIE: Mannelijke en vrouwelijke artsen verschilden in hun carrièremotivatie. Het bieden van ondersteuning
voor gestelde carrièredoelen en het wegnemen van carrièrebarrières leidt tot een hogere
carrièremotivatie dan het bieden van ondersteuning voor de werk-privébalans.
|