Klaar voor de toekomst? Een longitudinaal onderzoek naar de ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden in het primair onderwijs
Publication year
2018Publisher
Nijmegen ; Enschede : Radboud Universiteit ; Universiteit Twente
Number of pages
83 p.
Related links
Publication type
External research report
Related publications

Display more detailsDisplay less details
Organization
SW OZ BSI OLO
Radboud Docenten Academie
Languages used
Dutch (dut)
Subject
Cultivating Creativity in Education; Learning and PlasticityAbstract
1.1 Doel van het onderzoek. Basisschool Het Talent is een integrale ontwikkelschool die werkt vanuit een Pedagogische Didactische Kern Structuur (PDKS). Vanaf de oprichting in 2001 wil deze school leerlingen op hun eigen tempo en niveau laten werken én extra aandacht besteden aan 21e-eeuwse vaardigheden. De schoolleiding en leerkrachten wilden graag weten 'of hun aanpak werkt' en dan vooral wat betreft de ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden. Dit verzoek is vertaald in de volgende twee onderzoeksvragen: * In welke mate realiseert het onderwijsconcept van Het Talent de ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden én basisvaardigheden op het gebied van taal en rekenen? * Hoe wordt deze ontwikkeling beïnvloed door leerlingkenmerken? 1.2 Onderzoeksopzet en onderzoeksgroep. Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden zijn de bovenbouwleerlingen van Het Talent twee jaar lang gevolgd om hun ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden in kaart te brengen en te vergelijken met de ontwikkeling van taal- en rekenvaardigheden. Bij de start van het onderzoek waren deze leerlingen (100 jongens en 82 meisjes) tussen de 6 en 10 jaar oud. In de eerste maanden van 2016 zijn hun vaardigheden voor de eerste keer gemeten. In jaren daarna werden deze metingen herhaald, steeds in de periode tussen januari en maart. De uitval bleef beperkt tot 2 leerlingen in 2017 en 14 leerlingen in 2018. 1.3 Meetinstrumenten. In samenspraak met Het Talent is besloten om drie 21e-eeuwse vaardigheden te onderzoeken: kritisch denken, digitale geletterdheid en samenwerken. Bij kritisch denken is gekeken naar het vermogen van de leerlingen om te induceren, interpreteren en evalueren. Deze vaardigheden zijn gemeten aan de hand van de 'proefjes' die leerlingen normaal gesproken uitvoeren tijdens de lessen wetenschap en technologie (W&T). Deze proefjes werden begeleid door een onderzoeker die de leerlingen opdrachten gaf, vragen stelde en hun reacties noteerde. Voor digitale geletterdheid zijn drie verschillende testen ontwikkeld. De onderdelen 'informatie zoeken' en 'informatie veilig gebruiken' zijn gemeten met een geschreven test waarin de leerlingen hun antwoorden op geprinte schermafbeeldingen konden schrijven of aankruisen. Voor de overige twee onderdelen zijn praktische opdrachten ontwikkeld. Zo moesten de leerlingen voor het onderdeel 'informatie bewerken' de opmaak van een Word bestand veranderen, en bij het onderdeel 'informatie creëren' een PowerPoint presentatie maken. Samenwerken gebeurde in teams van drie of vier leerlingen die gezamenlijk aan een ontwerptaak werkten, bijvoorbeeld om een plan voor een nieuwe schooltuin te bedenken. Hun dialogen zijn op video opgenomen en achteraf geanalyseerd om de kwaliteit van de samenwerking te beoordelen.
De vorderingen op het gebied van taal en rekenen zijn gemeten met methodeonafhankelijke voortgangstoetsen. Voor taalvaardigheid is gebruik gemaakt van de Cito voortgangstoetsen voor begrijpend lezen. Rekenvaardigheid is gemeten met de SchoolVaardigheidsToets Hoofdrekenen (SVT-HR). Voor beide testen zijn normscores beschikbaar, zodat de prestaties en vaardigheidsgroei van de leerlingen van Het Talent konden worden vergeleken met die van een landelijke referentiegroep. 1.4 Resultaten. Bij elke vaardigheid is eerst gekeken of de leerlingen hun prestaties op de testen jaarlijks wisten te verbeteren. Vervolgens is de vaardigheidsgroei onderling vergeleken om te bepalen of verschillende vaardigheden zich op hetzelfde moment en in gelijke mate ontwikkelen. De belangrijkste resultaten worden hieronder puntsgewijs samengevat. * De bovenbouwleerlingen van Het Talent zijn bovengemiddeld goed in taal en rekenen en ontwikkelen zich grotendeels in hetzelfde tempo als hun leeftijdsgenootjes van andere scholen. * De bovenbouwleerlingen van Het Talent ontwikkelen langzaam maar zeker hun 21e-eeuwse vaardigheden. - Deze ontwikkeling is onafhankelijk van de vaardigheidsgroei in taal en rekenen. - Deze ontwikkeling gaat met 'sprongetjes' die niet voor elke leerling op hetzelfde moment plaatsvinden (maar onafhankelijk zijn van leeftijd). * De ontwikkeling van vaardigheden in het zoeken van informatie op Internet gaat sneller dan de ontwikkeling van alle andere vaardigheden. * De prestaties en vaardigheidsgroei zijn onafhankelijk van leerlingkenmerken. 1.5 Conclusies en aanbevelingen. Op basisschool Het Talent ontwikkelen de bovenbouwleerlingen hun 21e-eeuwse vaardigheden in hetzelfde tempo als hun basisvaardigheden in taal en rekenen. En ze verbeteren hun taal- en rekenvaardigheden jaarlijks even veel als leerlingen van reguliere basisscholen. De verbeteringen van de afzonderlijke vaardigheden gaan echter niet hand-in-hand: leerlingen die bijvoorbeeld veel 2vooruit gingen in 21e-eeuwse vaardigheden lieten niet altijd een even grote verbetering in taal- en rekenvaardigheden zien. Uit deze resultaten blijkt dat het PDKS-onderwijsconcept leerlingen in staat stelt om zich in verschillende vaardigheden te bekwamen zonder dat de ontwikkeling van de ene vaardigheid die van andere vaardigheden in de weg staat.
In de onderzoeksgroep liepen zowel de jaarlijkse prestaties als de vaardigheidsgroei behoorlijk uiteen. Deze individuele verschillen hingen niet samen met algemene leerlingkenmerken zoals leeftijd, geslacht, achtergrond, en sociaaleconomische status. Op basis van deze resultaten én onze ervaringen tijdens het project worden de volgende aanbevelingen gedaan. * Leerlingen simpelweg de ruimte bieden om 21e-eeuwse vaardigheden te gebruiken is al voldoende om deze vaardigheden langzamerhand te verbeteren. * Voor een grotere verbetering is waarschijnlijk gerichte uitleg en oefening nodig. * Dit geldt vooral voor 'evalueren' en 'interpreteren' (kritisch denken) en 'teamorganisatie' (samenwerken) omdat de vooruitgang op deze onderdelen relatief traag verloopt. 'Informatie zoeken' (digitale geletterdheid) verbetert daarentegen vrij snel zodat hier geen prioriteit aan hoeft te worden gegeven – in elk geval niet klassikaal; aandacht voor individuele leerlingen kan nodig blijven. * Meet de ontwikkeling van alle 21e-eeuwse vaardigheden; leerlingen die zich goed ontwikkelen in de ene vaardigheid kunnen stagneren in andere vaardigheden. * Meet 21e-eeuwse vaardigheden met ‘passende’ meetinstrumenten: praktische opdrachten zijn motiverend en geven leerlingen niet het gevoel dat hun prestaties worden beoordeeld. * Ga er niet van uit dat leerlingen wiens taal- en rekenvaardigheden zich goed ontwikkelen een soortgelijke ontwikkeling in 21e-eeuwse vaardigheden doormaken.
This item appears in the following Collection(s)
- Academic publications [229074]
- Electronic publications [111477]
- Faculty of Social Sciences [28696]
- Open Access publications [80311]
- Radboud Graduate School of Education [1902]
Upload full text
Use your RU credentials (u/z-number and password) to log in with SURFconext to upload a file for processing by the repository team.