Journal title:
|
Tijdschrift voor de Volkshuisvesting
|
Abstract:
|
Het begrip 'sociale huur' heeft een structurerende werking; in elke woonnota wordt wel iets gezegd over het aantal of de plaats van sociale huurwoningen. De nieuwe Wro biedt ook mogelijkheden voor gemeenten om te bestemmen voor sociale huurwoningen, ongeacht wie ze ontwikkelt. Maar het begrip sociale huurwoning lijkt aan relevantie te hebben ingeboet. Op dit moment is er geen precies aantal
bekend. We kennen het corporatiebezit, maar niet alle sociale woningen zijn in het bezit van corporaties en niet alle corporatiewoningen zijn sociaal. Maar misschien nog belangrijker is de vraag hoe sociaal een sociale huurwoning - onder de huurliberalisatiegrens - is? Om inzicht te krijgen in hoeveel woningen
er beschikbaar en nodig zijn voor de primaire doelgroep van het volkshuisvestingsbeleid lijkt de betaalbaarheidsgrens (voor de aandachtsgroep) een relevanter criterium voor het afbakenen van een sociale huurwoning. Ook als deze definitie wordt gehanteerd dan ontbreken vooralsnog de passende cijfers.
|